De afkorting LED staat voor ‘light emitting diodes’. De LED-technologie wordt wel dé verlichting van de toekomst genoemd. De toepassingen worden steeds handiger en talrijker. Inherent hieraan neemt echter ook het aantal misverstanden te. Wij zetten daarom de zin en onzin van LED voor u op een rijtje en laten iedere uitgave een expert aan het woord aan de hand van een aantal stellingen. Deze keer is het woord aan Uneto-VNI, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel, bij monde van woordvoerder Dick Reijman.
Stelling 1: een LED-lamp gaat veel langer mee dan een gloeilamp.
“Er is helaas nog geen wereldwijde genormaliseerde methode om de levensduur van een LED-lichtbron te bepalen. Ondanks de heersende opvatting dat een LED-lamp geen warmte produceert, gebeurt dat wel degelijk. De overtollige warmte wordt echter aan de achterzijde afgevoerd met koellichamen. Deze warmteontwikkeling heeft een negatief effect op de levensduur van de verlichting. Bijkomend probleem is dat de huidige uitdrukking van levensduur is gebaseerd op een percentage uitval van de lichtbronnen. Een LED-lamp zal dus niet geheel uitvallen, maar steeds minder licht gaan produceren.”
Stelling 2: een LED-lamp is een goed en praktisch alternatief als lichtbron.
“Op dit moment ligt de geclaimde maximale efficiency van witte LED’s rond de 60 tot 73 lumen per watt. Deze waarden zijn echter gemeten in gecontroleerde laboratoriumomgevingen. Vooral door de invloed van de omgevingstemperatuur zullen deze waarden in de praktijk lager zijn. De huidige fluorescentielichtbronnen presteren met 100 tot 105 lumen per watt aanzienlijk beter. De vraag is dus of het op dit moment wenselijk is om voor basisverlichting de fluorescentielichtbronnen te vervangen door LED-lichtbronnen.”
Stelling 3: met een LED-lamp kun je probleemloos functioneel verlichten.
“Een LED-lamp heeft een zeer gebundelde lichtuitstraling, het is een zogenoemde puntlichtbron. Bij vervanging van een fluorescentie lichtbron door LED-verlichting wordt het effect van de armatuuroptiek teniet gedaan omdat de lichtuitstraling geheel anders is. Dit zal vrijwel zeker resulteren in problemen met de gelijkmatigheid van de lichtverdeling. Ook bestaat er een grote kans op verblindingeffecten. Verder moet men er rekening mee houden dat lichtgevende LED’s veelal niet op bestaande dimmers kunnen worden aangesloten. Voor ontwerpers van verlichting hebben LED’s wel het voordeel dat ze worden bevrijd van de beperkingen van lichtbronnen. In tegenstelling tot de traditionele lampen kunnen deze LED’s vrijwel onmiddellijk worden in- en uitgeschakeld, zelfs bij een bedrijfstemperatuur van bijvoorbeeld –40 graden
Celsius.”
Stelling 4: een LED-Lamp is goed voor het milieu.
“Vaak wordt een LED als milieuvriendelijk beschouwd, omdat deze geen kwik bevat. Een LED bevat inderdaad geen kwik, maar er komen wel stoffen als arsenicum en fosfor in voor. De milieueffecten hiervan dienen nader te worden onderzocht. Dit is in het bijzonder in de consumentenmarkt van belang, omdat er geen gecontroleerde afvalverwerking voorhanden is in deze markt. Met gecontroleerde afvalverwerking worden vergelijkbare systemen bedoeld zoals we in de bedrijfsmatige sector zien. Daar worden gebruikte fluorescentiebuizen gescheiden verwerkt. Een vergelijkbare problematiek speelt voor spaarlampen in de consumentenmarkt. Er zijn schattingen dat 80 procent van de spaarlampen, met daarin vervuilend kwik, via het normale huisvuil in het milieu terechtkomt. Bij een gloeilamp daarentegen is recycling, door het zeer geringe aantal grondstoffen, juist erg eenvoudig.
Stelling 5: LED is een energiezuinig en duurzaam alternatief voor de gloeilamp.
“Wanneer je alleen naar het energieverbruik kijkt is LED inderdaad een energiezuinig en duurzaam alternatief voor een gloeilamp. De lichtstroom van een gloeilamp is ongeveer 10 tot 17 lumen per Watt en bij een moderne (en verkrijgbare) LED, 50 tot 80 lumen. Bij beide types uitgegaan van een kleurtemperatuur van 2.700 tot 3.000 Kelvin, voor de gloeilamp een standaard perfecte RA van 100 en bij de LED een RA van 85 tot 95. Wat betreft kleurweergave schiet de LED dus nog tekort. We zitten nu in een overgangsfase en mensen gaan voor de eenvoudigste oplossing. Dat is retrofit, er zijn nu eenmaal een X aantal miljoenen E27 – E14 – GU10 enzovoort lamhouders in de wereld waarvoor energiezuinige en duurzame (LED-) lampen nodig zijn. De retrofit LED-lamp zal voorlopig nog beduidend minder licht geven dan een applicatie die speciaal voor de LED is ontwikkeld. Dit heeft voornamelijk met heatmanagement te maken. Het kan dus nog zuiniger en duurzamer dan nu met de retrofit LED-lampen, maar het aanbod specifieke LED-armaturen is op dit moment nog zeer klein waardoor geïnteresseerden weinig keus hebben.”
Bronvermelding: www.insideinformation.nl